vrijdag, januari 06, 2006
Waarom in hemelsnaam bloggen, waarom Thoreau?
Waarom een bloggend alter-ego schuil laten gaan achter Henry David Thoreau, de bevlogen (en wellicht zeer romantische…but that’s everybody’s guess) auteur van het prachtboek ‘Walden’?
Thoreau trok zich in 1845 – bezorgd, moe van de stress en het jachtige en steeds hogere tempo waarmee het moderne leven aan hem trok – twee jaar terug in zijn hut in de bossen en schreef daar zijn boek. Walden Pond is nu – goedbeschouwd – een soort waterrijke buitenwijk van Boston, Massachusetts, USA. Van de hut rest ons slechts een replica, dronken touristen plonzen bij mooi weer wat rond in het water, lebberen aan een sixpack Budweisers en stuiteren door naar een volgend attractiepunt. Het is geen 1845 meer maar 2006, moet kunnen toch? En eigenlijk heb ik aan die zogenaamd echte, onbespoten Thoreau-bedevaartgangers en adepten ook een bloedhekel! Dat semi-heilige, bijna devote gesnuffel aan de eveneens nagebouwde vuilnisemmer van Thoreau ligt me evenmin. Wat dan wel? Bezinning, proberen de maalstroom van gedachten tot rust te laten komen en trachten ijkpunten te ontdekken in een omgeving die alleen nog maar lijkt te bewegen. Wie Walden leest ontdekt dat er nogal wat in het hoofd van Thoreau om ging. Het verblijf in die verlaten hut zal vast ook iets dergelijks tot doel hebben gehad: loskomen, beschouwen, overpeinzen en proberen dat op een zo luchtig mogelijke manier – als een prettig soort commentaar - vast te leggen in een dagboek. Eigenlijk was Thoreau een van de eerste bloggers.
Thoreau trok zich in 1845 – bezorgd, moe van de stress en het jachtige en steeds hogere tempo waarmee het moderne leven aan hem trok – twee jaar terug in zijn hut in de bossen en schreef daar zijn boek. Walden Pond is nu – goedbeschouwd – een soort waterrijke buitenwijk van Boston, Massachusetts, USA. Van de hut rest ons slechts een replica, dronken touristen plonzen bij mooi weer wat rond in het water, lebberen aan een sixpack Budweisers en stuiteren door naar een volgend attractiepunt. Het is geen 1845 meer maar 2006, moet kunnen toch? En eigenlijk heb ik aan die zogenaamd echte, onbespoten Thoreau-bedevaartgangers en adepten ook een bloedhekel! Dat semi-heilige, bijna devote gesnuffel aan de eveneens nagebouwde vuilnisemmer van Thoreau ligt me evenmin. Wat dan wel? Bezinning, proberen de maalstroom van gedachten tot rust te laten komen en trachten ijkpunten te ontdekken in een omgeving die alleen nog maar lijkt te bewegen. Wie Walden leest ontdekt dat er nogal wat in het hoofd van Thoreau om ging. Het verblijf in die verlaten hut zal vast ook iets dergelijks tot doel hebben gehad: loskomen, beschouwen, overpeinzen en proberen dat op een zo luchtig mogelijke manier – als een prettig soort commentaar - vast te leggen in een dagboek. Eigenlijk was Thoreau een van de eerste bloggers.